Wat je vindt mag je houden

Afgelopen twee dagen hebben al veel kinderen laten zien wat ze hebben gevonden op straat, in het bos, aan het strand of ergens anders. Ze vertellen over de vindplaats en geven informatie over wat ze hebben gevonden. En zo hebben we al een bonte verzameling van stenen, boomschors, takjes, munten, veertjes en een vleugel van een vlinder.

Vandaag leren de kinderen hun mening te geven met argumenten. We oefenen met vragen als: 'Bij wie ben je graag in de buurt?' of 'speel je liever binnen of buiten?' Als iedereen door heeft wat een argument is, deel ik de stelling: 'Wat je vindt mag je houden'. De kinderen worden in groepjes gedeeld maar gaan eerst individueel hun mening formuleren en beargumenteren. Die schrijven ze op een blad waarop de meningen van het groepje worden verzameld.

Ze gaan kort in hun groepje in discussie en dan bespreken we de stelling centraal: de voorstanders aan de ene kant, de tegenstanders aan de andere kant. 'Als ik €20,- vind, dan wil ik dat wel houden want ik ben zelf ook ergens voor aan het sparen!', opent een voorstander de discussie. En hup, daar steekt een tegenstander over naar het andere 'kamp'. 'Maar als je een knuffel vindt moet je wel proberen om er achter te komen van wie die is, anders is er straks iemand verdrietig.' Hop, daar steken er weer een paar over van voor- naar tegen. Zo volgen er nog een aantal steekhoudende argumenten voor- of tegen waardoor er aardig wat beweging in de groepen zit. Tot een paar kinderen in het midden komen staan. Zij benoemen dat je soms iets mag houden, bijvoorbeeld als het geen voorwerp is dat van iemand anders kan zijn geweest, en dat je soms moet proberen om dat wat je vindt terug te brengen bij wie het is verloren.

Een enkeling houdt vast aan de eigen mening. En dat is goed. Wat je vindt mag je houden. Dat geldt ook voor een mening

Ander nieuws

[Groep 2/3A] Hoe zit een schoen in elkaar?

Luuks moeder werkt voor een sportschoenen merk en heeft de kinderen verteld over hoe een schoen gemaakt wordt. Ze had interessante materialen mee. Zoals 2 plakken gel. De gel zit in een schoen om te zorgen voor een goede demping. Als je er een ei op laat vallen, gaat deze niet stuk. Dat was een mooi proefje!

Schoen gezet, maar... niets erin?

Dinsdagmiddag mochten de kinderen hun schoen zetten. Vol verwachting kwamen ze op woensdagochtend de klas binnen. Maar... er zat niets in de schoen? Er was wel een brief van Sinterklaas. De pieten hebben de cadeautjes verstopt! Na tot 10 geteld te hebben mochten de kinderen van Sinterklaas zoeken. Wat een enthousiasme! 1 jongen vond er 1 en gaf deze aan een vriendinnetje. Zelf ging hij verder zoeken. De laatste was heel moeilijk te vinden. Iedereen hielp mee om te zorgen dat het het laatste kind een cadeautje had. Prachtig! En daarna lekker smullen!

[Groep 2/3A] Op bezoek in de schoenenwinkel

Maandag brachten we met groep 2/3A een leerzaam bezoek aan schoenenwinkel Van Haren, als onderdeel van het huidige onderbouw thema 'de schoenenwinkel'. De kinderen hebben heerlijk kunnen rondkijken: welke schoen is het grootst? Welke schoen vind jij mooi? Welke schoen zou jij niet willen dragen? Hoe staan de schoenen in de winkel opgesteld? Je ziet 1 schoen, waar is die andere? Hoeveel kosten de schoenen? Hoe ziet het magazijn eruit? Welke maat heb jij en hoe kun je dit meten? Echt een kijkje in de dagelijkse praktijk.

[Groep 1/2a] Passen en meten

De Sint wil graag nieuwe schoenen bij zijn nieuwe pak. Maat 42 heeft hij. We bekijken onze eigen schoenmaat en zo weten we ook welke schoen wel of niet past. Schoenen worden in schoenendozen gedaan. Soms past het en soms niet. Ze zijn druk met passen en meten en de begrippen groot, groter, te klein, te breed en smal vliegen juf om haar oren.